51°05'57.4"N 3°17'45.9"E
51°12'07.5"N 3°19'32.9"E
51°10'51.3"N 3°13'57.2"E
51°12'28.7"N 3°12'54.0"E
50°58'09.4"N 3°38'47.7"E
51°05'59.5"N 3°17'40.0"E
51°11'46.9"N 3°11'46.4"E
51°12'12.1"N 3°13'18.0"E
51°12'25.3"N 3°13'18.4"E

Gedurende mijn jeugd woonde ik op vele plekken. Negen om precies te zijn, en dat tot mijn achttiende, de leeftijd dat je onafhankelijk van je ouders wordt. Ik ben nooit terug gegaan, maar nu wel. Aan de hand van mijn herinneringen en impulsen liet ik mij leiden tot het maken van deze beelden.

Ik zou willen dat er plekken bestonden die blijvend waren, onbeweeglijk, onaantastbaar, onaangeraakt en haast niet aan te raken, onveranderlijk en geworteld; plekken die konden dienen als referentie, als vertrekpunt, als bron. (…) Mijn ruimten zijn fragiel: de tijd zal ze afkalven, zal ze vernietigen: niets zal meer lijken op wat het was, mijn herinneringen zullen me in de steek laten, vergetelheid zal mijn geheugen binnensijpelen, ik zal zonder ze te herkennen kijken naar een paar vergeelde foto’s met verkreukelde randen.
[Perec, 1974:110]

51°05'57.4"N 3°17'45.9"E
51°12'07.5"N 3°19'32.9"E
51°10'51.3"N 3°13'57.2"E
51°12'28.7"N 3°12'54.0"E
50°58'09.4"N 3°38'47.7"E
51°05'59.5"N 3°17'40.0"E
51°11'46.9"N 3°11'46.4"E
51°12'12.1"N 3°13'18.0"E
51°12'25.3"N 3°13'18.4"E

In the course of my youth, I have lived in many places. Nine, to be precise, up until my eighteenth birthday; the period when one is most dependent on one’s parents. I never went back to any of these places, not until now. Memories and impulses guided me in making these images.

“I would like there to exist places that are stable, unmoving, intangible, untouched and almost untouchable, unchanging, deep-rooted; places that might be points of reference, of departure, of origin (…)
My spaces are fragile: time is going to wear them away, to destroy them. Nothing will any longer resemble what was, my memories will betray me, oblivion will infiltrate my memory, I shall look at a few old yellowing photographs with broken edges without recognising them.”
—Georges Perec, ‘Species of Spaces’