‘Verlangen’ brengt een zeer verscheiden programma. Elk lied of aria vertelt over de liefde, over een beantwoord of onbeantwoord verlangen. Over hoe dit ons drijft en over hoe dit ons volledig kan kapotmaken. In Handels ‘Oh, had I Jubals lyre’ (uit Joshua) schittert een gedreven en hoopvol verlangen. Vervolgens weerklinkt in Dido’s aria ‘When I am laid’ (uit Dido en Aeneas) een destructief verlangen naar iets dat niet meer is. Mozarts concertaria ‘Chi sa, chi sa, qual sia’ brengt ons terug bij een meer gedreven palet van de liefde. Dvoraks ‘lied van de maan’ (uit Russalka) vertelt over hoe een zoektocht naar een geliefde ons zo ver kan drijven hierbij hulp te vragen aan de maan. In de liedcylus ‘Ariettes oubliees’ van Debussy (tekst Verlaine) weerklinken alle kleuren van het verlangen: van extase tot wanhoop. Enkele tango’s van Piazzolla brengen een Zuiders, dansant en zeer passioneel verlangen. Als afsluiter zoeken we het dichterbij huis in enkele liederen, een selectie uit de liedcuclus ‘De innigheid der dingen’, van Piet Swerts (tekst Geldof). De titel van deze cyclus spreekt voor zich.
Mieke Van Uytvanck studeerde in 2005 aan het Lemmensinsituut af en behaalde grote onderscheiding als Master muziektherapie. Momenteel werkt ze reeds enkele jaren als muziektherapeute in PCGS campus Gent en als AMV-leerkracht op de MAGO te Gent. De passie voor het zingen bleeft steeds aanwezig en dreef haar naar het conservatorium te Gent. Daar studeerde ze klassieke zang bij Mireille Capelle en Hendrickje Van Kerckhove en volgde master classes bij Lynn Fortin, Sara Mingardo en Gabrieli Micheli. Ze vertolkte Ms Grose in Brittens 'Turn of the screw', Fortuna in Monterverdi's 'Il corronation di Poppea en zowel La Bergère als La Libellule in Ravels 'L'enfant sortilège'.
Desire offers a varied programme in which each song or aria deals with love; with reciprocated or unreciprocated desire. With how it drives us and how it may destroy us. In Händel’s ‘Oh had I Jubals lyre’ (from ‘Joshua’), a passionate and hopeful desire shines. In Dido’s aria ‘When I am laid’ (from ‘Dido and Aeneas’), however, the desire for something that is no longer has turned into a destructive force. With Mozart’s concert aria ‘Chi sa, chi sa, qual sia’, we return to a more passionate shade of love. Dvorak’s ’Song of the Moon’ (from ‘Russalka’) tells of how a search for a loved one can drive us so far as to ask the moon for help. In Debussy’s song cycle ‘Ariettes oubliées’ (with poems by Verlaine), all the colours of desire are allowed to resound: from ecstasy to despair. A couple of Piazzolla’s tangos add a southern, dancing and passionate touch to the palette, and we return home to close off with a selection from Piet Swerts’ song cycle ‘De innigheid der dingen’ (‘the intimacy of things’, words by Geldof).